Historie

Ajax poseert op Schiphol vlak voor het vertrek naar Fredrikstad, waar de volgende dag met 4-3 van de plaatselijke FK zou worden verloren. Staande van links naar rechts: Sao Muller, Bertus Hoogerman, Jan van Drecht, Bob Westra, Werner Schaaphonk, Wim Andriesen, Vic Buckingham, Kees Mit, Donald Feldmann en Cees Groot. Hurkend van links naar rechts: Sjaak Swart, Ger van Mourik, Henk Groot, Co Prins, Bennie Muller en Guus van Ham. Ajax is een voetbalclub met een roemrijke geschiedenis. In een kleine eeuw groeide een vriendenclubje uit Amsterdam dat elkaar alleen in de vrije uurtjes trof uit tot een elftal dat met oogstrelend voetbal de wereld veroverde. Een club die aanvallend spel weet te combineren met technische hoogstandjes en zich kan scharen onder de Europese topclubs. In totaal heeft Ajax 29 keer het landskampioenschap behaald en 25 belangrijke internationale prijzen gewonnen.

Zo groot en wereldberoemd als Ajax al jaren is, zo begon het ooit heel klein in hartje Amsterdam. Een groepje vrienden richt op 18 maart 1900 in een Amsterdams café Ajax op. De vrienden voetbalden al veel langer samen, met een echte leren bal, op een trapveldje in de hoofdstad. De ‘Amsterdamsche Football Club Ajax’ is trouwens eigenlijk al ouder. In 1883 richtten de voetbalvrienden al Union op. Die club gaat later verder onder de naam Ajax.

Na het lidmaatschap van de Amsterdamse Voetbal Bond wordt Ajax in 1902 lid van de Nederlandse Voetbal Bond. Een jaar later hebben de Ajacieden al succes. In 1903 promoveren de Amsterdammers naar de tweede klasse.

In de beginjaren is er voor de voetballers nog totaal geen luxe. De spelers moeten het doen zonder kleedkamers en tribunes. Er zijn zelfs geen douches. Vanaf 1907 spelen de Ajacieden hun wedstrijden ook op een kale vlakte aan de Middenweg. Vergeleken met tegenwoordig zijn ook sommige spelregels anders. De regels worden in de loop der jaren vernieuwd of aangepast.